“Als ik de technische kengetallen van mijn veestapel wil beïnvloeden, dan moet ik kort op de bal zitten. De melkrobots geven me dagelijks inzicht, maar het Robot Analyse Programma (RAP) van ForFarmers gaat nog meer de diepte in. Doordat mijn robotspecialist op afstand in RAP kan en naast een totaalbeeld ook kan inzoomen op bepaalde groepen en individuele koeien, kan ik nog specifieker sturen. Met behulp van RAP halen we het optimale uit de robots en koeien”, vertelt melkveehouder Rudie te Selle uit Winterswijk (Gld).
Melkveehouder Rudie te Selle en ForFarmers robotspecialist Roy Berentsen ontmoeten elkaar in het kantoor van Rudie, een ruimte in de ligboxenstal waar je vanuit het raam naar de koeien kunt kijken. Roy opent het RAP programma op zijn laptop, samen kijken ze naar de nieuwste grafieken en dan vraagt Roy aan Rudie: ‘Wat staat er vandaag op het programma, waar ligt de focus?’ Vervolgens beginnen ze aan een rondgang over het bedrijf. Ze starten altijd bij de transitiekoeien, daarna de kalveren, de kuilen en lopen door de weide om de percelen te bekijken. Bij de melkkoeien worden niet alleen de koeien, maar ook de mest beoordeeld. Na deze rondgang gaan de heren weer achter de laptop zitten en bespreken ze de laatste melkcontrole, de RAP-grafieken en het rantsoen. In totaal duurt het bezoek ruim twee uur, maar de tijd vliegt.
Roy en Rudie zijn beide analytisch ingesteld en willen graag het verhaal achter de cijfers weten. Om die reden heeft Rudie ook meegedaan aan de pilotgroep van het vernieuwde ForFarmers Robot Analyse Programma (RAP). Roy: “We wilden van ieder robotmerk minimaal één klant in de pilotgroep. Fijn dat Rudie mee wilde praten over zijn bevindingen met Fullwood. Rudie is erg handig met het Fullwood programma en weet snel verbanden te leggen, dus het was fijn om hem erbij te hebben.”
Te Selle heeft een optimale melkproductie als bedrijfsdoel en RAP helpt hem daarbij. “RAP geeft een ander inzicht in de cijfers van de melkrobot. We werken volgens het ‘vier-ogen-principe’: Roy kan op afstand meekijken en adviseren. En de driehoek tussen melkveehouder – robotleverancier – voerleverancier functioneert goed.” Roy vult aan: “Constateer ik een afwijking, dan bel ik met de robotleverancier en vraag hoe hij hiernaar kijkt en of er iets aan te doen is. Via RAP zie ik continu de actuele productiecijfers en voor ieder merk melkrobot de optie om de BSK te analyseren. Dankzij de grote hoeveelheid grafieken en tabellen heb ik een extra controlemiddel op de basisinstellingen van een melkrobot. Koeien die van het gemiddelde afwijken vallen direct op, zodat de robotinstellingen hierop kunnen worden aangepast. Juist het bijsturen van individuele dieren kan een groot effect hebben op de prestatie van de veestapel en de benutting van de melkrobot. Dit maakt RAP een waardevolle aanvulling op het managementprogramma van de melkrobotleveranciers.”
Via RAP ziet Roy bijvoorbeeld of de krachtvoerinstellingen nog goed staan of dat Rudie de krachtvoergift niet goed heeft ingevoerd. Of hij spoort een verkeerde voerdosering op. “Zo zagen we een keer aan de hand van de grafieken dat de koeien minder van voersoort twee, een eiwitrijke correctiebrok, via de melkrobots opnamen. Door dit nader te bekijken, ontdekten we dat de uitdoseersnelheid van dat voer te laag stond ingeregeld. De koeien kregen dus minder eiwitbrok. Dit hebben we gecorrigeerd door de uitdoseersnelheid te verhogen.”
“Soms komt een veehouder met de opmerking: ‘Het loopt wat minder. Ik heb minder melk in de tank en minder melk per koe, waar ligt dat aan?’ In RAP zie ik dan dat de BSK nog prima op peil is, dus het productieniveau past bij het lactatiestadium. Maar ik zie ook dat er meer oudmelkte dan verse koeien in de koppel lopen. Oudmelkte koeien produceren minder liters, dus vandaar minder melk in de tank”, concludeert Roy.
Rudie en zijn moeder werken volgens een plan. Rudie weet, hoe hij zijn bedrijfsmanagement aan wil vliegen. Hij kiest ook bewust voor jong maaien en kwaliteit op de kuilplaat. Rudie: “Toen ik op een zondag om kwart voor 7 ’s ochtends aan het maaien was, kreeg ik een appje: winnaars hebben een plan, verliezers een excuus. Dat vind ik zo’n mooie uitspraak en klopt; ik was er op tijd bij om het gras droog in de kuil te krijgen.”
Te Selle houdt een maaischema van ééns in de vier weken aan. Het is voor hem een bewuste keuze om de maaiwerkzaamheden zelf te doen: “Ik vind het mooi werk, het zorgt voor afwisseling en ik kan zelf de regie houden over het maaimoment en zorgen dat we schoon voer winnen.” Om voederwaardekwaliteit te behouden gebruikt de veehouder zowel bij gras als bij mais kuiltoevoegmiddelen, waaronder SiloSolve. Rudie: “Broei is in mijn ogen een managementfout. Ik leg bijv. niet iedere dag de kuil dicht, dus dan is er eerder kans op broei. Ik vind dat je als veehouder ook je eigen fouten moet durven toegeven.”
Roy denkt bij te Selle mee over het optimale rantsoen, maar heeft op dit bedrijf duidelijk een sparrende rol. “Ik zit niet op de stoel van Rudie, maar ernaast. Ik hoef hier niet veel te adviseren, het gaat eerder om meedenken.” Rudie vult aan: “Het gevaar van bedrijfsblindheid is gigantisch. Er komen veel mensen op mijn erf, wie vertrouw ik op hun woord? Dat zijn de dierenarts, de boekhouder én Roy. Met hen werk ik graag volgens het ‘vier-ogen-principe’. Roy kan dankzij RAP op afstand meekijken naar hoe mijn koeien presteren en samen bespreken we de dingen die beter kunnen. Roy wijst me op dingen, zet me aan het denken. Hij vraagt geregeld of iets een bewuste keuze is geweest, of dat ik het niet heb opgemerkt. Zo houdt hij me scherp. Door een andere blik ga ik zelf ook weer anders kijken en daarmee help ik mijn bedrijf vooruit.”
Rudie te Selle runt samen met zijn moeder Christien een melkveehouderij met 102 melkkoeien en 67 hectare cultuurgrond + 8 ha natuurgrond. De melkkoeien produceren gemiddeld 12.412 kg melk met 4,18% vet en 3,55% eiwit (rollend jaargemiddelde). In 2014 kwam er een nieuwe ligboxenstal op het erf, inclusief twee melkrobots van Fullwood.
Een hoog vet- en eiwitgehalte is voor Rudie geen doel op zich, “maar”, zegt hij, “alle voeding die je in de koeien stopt, moet er qua melk wel uitkomen. Hoe krijgen we zoveel mogelijk melk uit 1 kg ds voer.” De ondernemer streeft naar veel melk uit ruwvoer (laatste halfjaar: 17,83 kg meetmelk uit ruwvoer) en let daarbij op de voerwinst.
De koeien krijgen momenteel het volgende rantsoen: 7,5 kg gras, 6 kg mais, 2 kg perspulp, 2,5 kg geplette gerst aangevuld met Topbrok Stimulans, Correctiebrok Magnifiek en Optimix.
Meld je dan aan voor RAP. Dat kan bij je melkveespecialist, accountmanager, regionale dealer of door een e-mail te sturen naar robotmelken@forfarmers.eu
RAP is toepasbaar op alle robotmerken en wordt eenmalig op je PC geïnstalleerd. Er zijn verder geen kosten aan verbonden.
Wil je meer weten over robotmelken? Of heb je een andere vraag aan onze robotspecialisten? Neem contact op met je melkveespecialist, accountmanager, klantenservice Herkauwers of regionale ForFarmers-dealer.