De tijd van warme dagen en koude nachten breekt weer aan. Check daarom nu de ventilatie en neem maatregelen om problemen te voorkomen.
De tijd van warme dagen en koude nachten is weer aangebroken. Overdag kan het erg warm zijn en ’s nachts kan het flink afkoelen. Het is onze ervaring dat leghennen na een warme zomer gevoeliger zijn voor ventilatieproblemen. Door hoge staltemperaturen (vooral in stallen zonder waterkoeling) is de voeropname in de zomer vaak minder geweest waardoor de hen tekorten heeft gehad. Denk aan bijvoorbeeld een tekort aan mineralen en vitaminen. Ook kan een hen door verminderde opname van voer de conditie verliezen. Ze wordt daardoor vatbaarder voor allerlei kwalen. Daarom is het in deze tijd van het jaar nog belangrijker dan anders om de ventilatie te controleren en de puntjes op de i te zetten.
In dit artikel behandelen we de volgende onderwerpen:
Het is van groot belang om leklucht tegen te gaan, om de kans op E.coli te verkleinen. Beruchte lekplekken zijn bijvoorbeeld uitloopschuiven, deuren, mest- en eierbanden en ventilatoren die niet lopen. Volgens klimaatspecialist Ruud van Wee zouden pluimveehouders ieder halfjaar een rookproef moeten uitvoeren in hun stal om de werking van hun ventilatie te controleren. Als je alleen al met een warmtecamera rondloopt, sta je soms versteld van wat je ziet. Zelfs nieuwe stallen zijn soms lek op plekken waar je het het minst kunt gebruiken. Dit kan je als pluimveehouder handen met geld kosten.
Kijk ook eens naar de opening bij de mestbanden die over de vloer lopen. Vaak zijn die (te) groot. Zelfs een kleine opening van zo’n 15 tot 20 centimeter kan al leklucht veroorzaken.
Bij oudere stallen is er vaak een mestput met een grotere opening van zo’n 50 tot 60 centimeter. Wanneer er dan geen mest afgedraaid wordt en de put niet wordt afgesloten, stroomt er veel leklucht naar binnen. Dit kan ertoe leiden dat het bijvoorbeeld voorin het hok erg benauwd is, terwijl het achterin juist te veel tocht, omdat er te weinig lucht via de luchtinlaatventielen de stal in komt.
Dit geldt overigens ook voor eierbanden, en dan met name in de herfst en winter wanneer de temperatuur achter de eierbanden veel lager is dan in de rest van de stal. Als het eierlokaal zich direct achter de eierbanden bevindt, kan er op deze manier veel koude lucht de stal in komen als de opening niet is afgedekt.
Veel leghennenhouders verwarmen alleen overdag het eierlokaal wanneer ze de eieren afdraaien. Wanneer het lokaal ’s nachts niet verwarmd wordt, kan er alsnog koude lucht via de eierbanden de stal in stromen. Dit kan dan weer leiden tot (meer) grondeieren, want als het tocht in het legnest gaat de hen elders het ei leggen en dat is uiteraard niet wenselijk.
Bij te veel leklucht krijg je tocht op de hennen en kun je de gewenste onderdruk niet halen. Waar moet je zoal op letten:
Vraag jouw (klimaat)specialist om elk halfjaar aandacht te besteden aan het stalklimaat. Plan hiervoor een vast bezoek. Als vanwege bezoekverboden dit niet mogelijk is, overleg dan hoe je dit het beste kunt oppakken. Jouw specialist kan bijvoorbeeld rookpatronen bij je achterlaten.
Voor de winter is het tevens belangrijk om de klimaatcomputers allemaal even na te lopen. Met name de minimumventilatie en de vochtregeling. Die moeten correct ingesteld zijn om de strooiselcondities goed te houden. Soms kun je met een paar kleine aanpassingen heel veel winst boeken. Liermotoren kunnen iets verlopen zijn, waardoor luchtinlaatventielen bijvoorbeeld links verder open staan dan rechts. Controleer daarom elke ronde of de liermotoren goed afgesteld staan.
In veel leghennenstallen wordt een warmtewisselaar gebruikt. Het is belangrijk dat de lucht die ’s nachts onder de kippen blaast minimaal 16°C is, anders ontstaat er tocht onder de kippen en dit kan leiden tot problemen zoals E. coli. Een oplossing is in dit geval om te controleren of de wisselaar nog goed werkt en schoon is. Zet anders, als de NB-vergunning het toelaat, de wisselaar uit.
Als het mogelijk is kun je ook enkel stallucht door de wisselaar heen blazen. Dan heb je drogere mest en voldoende opgewarmde lucht. Let er wel goed op dat je genoeg blijft verversen. Dit is weer te controleren door te meten op temperatuur, relatieve vochtigheid, CO2 en NH3. Het zijn soms de kleine dingen die grote gevolgen kunnen hebben, voor zowel het welzijn van de hen als voor de portemonnee van de pluimveehouder.
Wil je weten of het klimaat in jouw pluimveestal in orde is? Neem dan contact op met jouw pluimveespecialist of met onze klimaatspecialist Ruud van Wee via 088 – 024 8150. Of mail naar pluimvee@forfarmers.eu. Dan zitten jouw leghennen er deze winter comfortabel bij.
Heb je nog vragen of wil je meer informatie? Neem contact met ons op.
