Josef Jörgens: “Vleeskuikenouderdieren? Daar had ik nog nooit van gehoord!”

Josef Jörgens was 25 jaar geleden de eerste Duitse vermeerderaar die de samenwerking aanging met het toenmalige CTA (Coöperatie Twente Achterhoek; een van de voorgangers van ForFarmers). Het was een nieuwe activiteit; niet alleen voor hem, maar ook voor de regio. En dat was precies wat Jörgens zocht: “Ik wilde iets gaan doen wat er nog niet was.” Inmiddels telt het bedrijf, dat de ondernemer samen met zijn vrouw Martina en zoon Thomas in Spelle runt, 33.500 vleeskuikenouderdieren verdeeld over 4 stallen.

Kennis
Pluimvee
Vleespluimvee
Vermeerdering
Jorgens mid

Vijftien melkkoeien en twintig zeugen telde het ouderlijk bedrijf toen Josef Jörgens dat in 1980 overnam. En hij pakte meteen door: datzelfde jaar bouwde hij een ligboxenstal voor 50 melkkoeien. Josef: “Toen in 1984 het melkquotum werd ingevoerd moesten we krimpen naar 45 koeien. Dat was een tegenvaller. Daarbij was het quotum dat je moest aankopen erg duur én we hadden niet veel grond in ons bezit. Het was voor ons niet rendabel om hierin te investeren; de risico’s waren te groot. Dan kom je op het punt dat je een keuze moet maken die toekomstbestendig is. Een goede vriend van me tipte me over vleeskuikenouderdieren. Ik had hier nog nooit van gehoord, maar ik vond het zeker de moeite waard om te onderzoeken. Mijn motto is: je moet dát doen wat een ander niet doet.”

Er ging een heel traject aan vooraf

Jörgens ging niet over een nacht ijs. Hij verdiepte zich in de sector, schakelde externe adviseurs in, bezocht vermeerderaars en kreeg zo inzicht in bedrijfsresultaten en leveranciers. Met een neef die bij de bank werkte en een zwager die jurist was, sloeg hij aan het rekenen. Uit de informatie die ze verzameld hadden, kwam CTA als een betrouwbare en solide partner naar voren. “CTA was in die tijd in het Emsland de vleeskuikenhouderij flink aan het promoten en daaruit ontstond de vraag naar vermeerderaars”, legt Josef uit. “Ik wilde geen vleeskuikens. Dat is namelijk kapitaalintensief en er kwamen steeds meer vleeskuikenhouders bij. Ik wilde juist iets gaan doen wat er nog niet was.”

Via de Landwirtschaftskammer (de Duitse DLV) werd het eerste contact in 1997 gelegd met Hans Klein Wolterink, Specialist Vleeskuikenouderdieren en Opfok bij CTA. “Hans kwam met een voorstel tot samenwerking met een toekomstplan én een voerwinstgarantie: als het voer of de kippen heel duur waren, was de opbrengst altijd nog hoger dan de kosten. Hierin was het marktrisico voor vijf rondes afgedekt. Uiteraard ligt het productierisico altijd bij de pluimveehouder, maar door deze constructie hoefden wij het financiële risico niet alleen te dragen. We hadden het gevoel in goede handen te zijn en dat gaf voor ons de doorslag.”

Het verschil met Duitsland en Nederland

De in Nederland zo ingeburgerde combinatie van voer plus voorlichting kende men toen in Duitsland niet. Ook was het ongebruikelijk om met contracten te werken. “Er heerste hier de gedachte dat je met een contract niets meer te vertellen had en de Duitse boer wil juist alle vrijheid hebben”, aldus Josef. “Wij hadden bij de samenwerking met CTA juist een goed gevoel. Het idee van een coöperatie is een manier van werken – ‘van en voor boeren’ – en dit functioneert alleen als beide partijen ervan kunnen profiteren en dat deed het. Wij zijn in 1998 gestart en inmiddels zijn we 25 jaar verder.”

Innovatie en techniek

Naast ondernemer is Jörgens ook een echte uitvinder. Zo ontwikkelde hij enige jaren geleden de borstbreedtemeter. En 25 jaar geleden paste hij al windbreekgaas toe om iets te doen tegen de insleep van stof, ongedierte, virussen en bacteriën die zich hechten aan stof. Martina: “Als er een probleem is, komt Josef altijd met een oplossing. Hij blijft net zo lang nadenken en iets uitvogelen totdat de oplossing er ook daadwerkelijk is.” Josef vult aan: “Het moet praktisch zijn, het moet tijd sparen en het moet goed werken. Als je één minuut per dag kunt besparen, zijn dat 365 minuten oftewel zes uur per jaar. Dat is bijna een werkdag! Daarmee krijg je tijd voor andere dingen. Dat noem ik efficiënt werken.”

Martina Jorgens

De samenwerking tussen vader, moeder en zoon Thomas

Vanaf het prille begin werkten Martina en Josef samen in het bedrijf. Martina bekommerde zich om de eieren en Josef hield zich bezig met de werkzaamheden in de stal. “We deden alles met de hand en dit was heel arbeidsintensief. En ondertussen telde ons gezin vier kleine kinderen, dus het was best druk”, blikt Martina terug. Maar kleine kinderen worden groot en in 2020 trad zoon Thomas tot het bedrijf toe nadat hij zijn agrarische studie ‘Wirtschaft Ingenieur Agrar’ in Osnabrück had voltooid. Dit jaar neemt hij het bedrijf van zijn ouders over. Gevraagd naar zijn visie op het ondernemerschap zegt Thomas: “Ik neem de problemen minder mee naar huis dan mijn vader. Hij kan zich bepaalde dingen meer aantrekken dan ik. Josef over zijn zoon: “Thomas kan zaken zeer goed combineren. Hij is super handig met computers en met de huidige technologie kun je zelfs op afstand bijsturen als er in de stal iets aan de hand is.” Thomas: “Mijn vader staat voor mijn gevoel dichter bij de dieren. Dat is ook ervaring die je door de jaren heen moet opdoen. Hierin heb ik nog veel van hem te leren.”

De klik tussen Hans Klein Wolterink en de familie Jörgens

Josef: “We kennen Hans als een eerlijke man die altijd voor ons belang opkwam. Je werd niet aan je lot overgelaten als het even minder ging. Als er iets met de gezondheid van de kippen was, dan stond Hans hier binnen 2 uur op de stoep. Of als er iets met het voer was, of soms ook bij kleine dingen; hij stond altijd voor ons klaar.”

Hans: “Ik heb dit bedrijf altijd met heel veel plezier begeleid en ik heb hier ook ontzettend veel geleerd. Alleen al de ontwikkeling van de borstbreedtemeter, ik vind dat briljant en heel interessant. Ik heb bewondering voor de familie Jörgens, zij hebben het vak echt in de vingers en ze zijn voor mij dan ook een groot voorbeeld van hoe ik zelf pluimveehouder zou willen zijn. Als ik tussen de dieren in de stal loop, geniet ik daar erg van. “Hans over Thomas: “Ik heb alle vertrouwen in de toekomst van het bedrijf met Thomas aan het roer.”

De toekomst in de ogen van Thomas Jörgens

“Ik wil niet verder uitbreiden, maar ik wil me juist meer gaan richten op de techniek. De stal zoals hij nu is, zo optimaal mogelijk benutten passend binnen de EU-regelgeving. Mijn vader is van de groei-generatie, maar mijn generatie is meer gericht op het optimaliseren van wat je hebt. Hier nóg meer uithalen. Niet alleen praktisch, door zaken te automatiseren, maar ook passend binnen de maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van bijvoorbeeld duurzaamheid. Dat betekent onder andere meer focus op dierwelzijn, zoals het toelaten van daglicht. Het moet werkbaar zijn én we moeten ervan kunnen leven. Met innovatie en de juiste investeringen is dat te realiseren, daarvan ben ik overtuigd.”