Om een goede boterham te verdienen gaat het onderaan de streep om het resultaat. Het resultaat wordt in de legpluimveehouderij veelal uitgedrukt in het aantal eieren per opgezette hen, of eimassa. Welke keuze maak jij?
“Het cumulatieve aantal eieren per opgezette hen (POH) is het totaal aantal eieren dat door een koppel gelegd is, gedeeld door het aantal hennen dat opgezet is. Vaak is dit de manier waarop legpluimveehouders hun resultaat definiëren”, vertelt Sil van den Berg, legpluimveespecialist. Worden de eieren verkocht als tafelei, dus per stuk, dan streeft men naar een eigewicht van ten minste 53 gram (gewichtsklasse M). Zo worden de eieren als eerste soort geclassificeerd en als zodanig uitbetaald.
“Wanneer het doel eimassa is, kijk je naar het aantal gelegde eieren vermenigvuldigt met het eigewicht”, licht Sil toe. Deze manier van berekenen van het resultaat wordt vaak gebruikt bij verkoop aan de industrie waar meestal voor een goedkoper type ei wordt gekozen.
Sil schetst een richtlijn: “Bij witte hennen spreken we van goed resultaat wanneer er meer dan 500 eieren POH op 100 weken leeftijd zijn gelegd. Bij bruine hennen ligt dat aantal wat lager met meer dan 400 eieren POH op 90 weken leeftijd.” Echter zijn er veel factoren die het resultaat beïnvloeden waardoor het moeilijk is harde streefwaarden te noteren. “Diergezondheid, weersomstandigheden en stalklimaat, voeding, maar ook bedrijfsmanagement beïnvloeden het uiteindelijke resultaat van de koppel”, stelt Sil.
Het behalen van het beste resultaat is altijd maatwerk. Geen stal, pluimveehouder en koppel hennen zijn immers hetzelfde. Ook is het gedurende de ronde belangrijk om te blijven kijken naar wat er gebeurd, en zo de juiste voerstrategie en adviezen toe te kunnen passen. Onze legpluimveespecialisten helpen je graag!
Heb je nog vragen of wil je meer informatie? Neem contact met ons op.